Eén voor één komen ze aan op de compound waar de kerkdienst gehouden wordt. Ik zie ook Maria aankomen. Maria is een meisje van Yenthe’s leeftijd, ze heeft haar baby zusje op haar arm. Ik begroet haar en verlegen glimlachend geeft ze me een hand. Ik zeg haar dat ik het fijn vind dat ze er weer is. Daarna loopt ze naar haar vriendinnen die voor in de kerk al een plekje hebben gevonden.
Tijdens het zingen zie ik dat ze enthousiast meezingt. Op een gegeven moment zingen we de tekst ‘You give and take away, but You are enough for me’. Ik voel me beschaamd. Voor mij is dat meestal makkelijk te zingen. Ik woon hier met mijn familie, we zijn gezond en hebben elke dag genoeg te  eten. Maria heeft al veel moeilijke dingen meegemaakt, ze is gevlucht omdat het niet meer veilig was in het dorpje waar ze waren geboren. Haar moeder is overleden na de geboorte van haar jongste zusje. En toch zingt ze uit volle borst mee: ‘U geeft en neemt, maar U bent genoeg voor mij!’.

Ik probeer een gesprekje met Maria en haar vriendinnen te voeren, maar dat gaat moeizaam omdat ze nauwelijks Engels spreken. Gelukkig hebben we een aantal vertalers in onze gemeente zodat het toch mogelijk is om een beetje met ze te praten. Sommige kinderen, waaronder Maria, gaan niet naar school en ik realiseer me opnieuw dat het verschil zo groot is tussen Yenthe en kinderen zoals Maria. Maar gelukkig zijn alle kinderen gelijk voor God! Hij houdt van alle kinderen, blank en zwart!

Ik vind het erg fijn dat juist zij en haar vriendinnen elke week trouw weer naar de zondagsschool komen en ik ben dankbaar voor de jongeren die het Bijbelverhaal kunnen vertalen in het Arabisch. Op deze manier kunnen we hen toch vertellen over God en Jezus. En kunnen ze horen dat Hij ook hun Vader wil zijn.